Wat is Roséwijn?
Roséwijn is een eigen wijntype met een eigen vinificatie en geen lichte rode wijn en ook geen witte wijn met een kleurtje. Het mengen van rode en witte wijn is echter ongebruikelijk of zelfs niet toegestaan (in Frankrijk). Een uitzondering op deze regel vormen de roséchampagnes.
De belangrijkste methodes die men gebruikt om rosé te maken, zijn:
- directe persing
- korte inweking
- mengen van blauwe en witte druiven
Directe persing
De blauwe druiven gaan meteen na de oogst in de pers. De pers zorgt voor weinig contact tussen het druivensap en de schillen. Hierdoor ontstaat de licht rode kleur. Mocht er te weinig kleur aan de wijn zitten voegt men sap toe van de laatste persing, waar veel kleurstoffen in zitten. Vervolgens wordt de most net zo behandeld als witte wijn. Deze techniek wordt in Frankrijk voornamelijk toegepast in het Loiregebied en de Languedoc.
Korte inweking
Bij deze methode maakt men rode en roséwijn tegelijkertijd. Bij de productie laat men rode wijnsap weglopen, zodat de most voor de rode wijn relatief meer schillen bevat. Het weggelopen sap heeft een licht rode kleur. Dit sap kan worden opgevangen om er rosé van te maken. Deze methode wordt in Frankrijk veel toegepast in de Provence en Tavel.
Ook is het mogelijk de wijn te maken door bij de eerste gisting al na één of enkele dagen de wijn te laten aflopen en de schillen te persen. De verdere gisting vindt dan plaats in het vat. Zo krijgt men een wijn donkerder dan rosé, maar net wat lichter dan rode wijn. In Hongarije heet deze wijn (ook) "siller"/"Schiller". In Paks in Hongarije vindt jaarlijks het landelijk festival plaats: het "Országos Siller fesztivál".